Vaarwens 1138 op 02-03-2023
Moe, maar Mieke wil alles meemaken…
Onze vaargaste is Mieke (geb. 1954) die samen met twee naasten de vaardag komt beleven. Gezien de korte levensverwachting van Mieke is sprake van een spoedwens, maar ze wil toch nog graag een boottocht maken voordat… Dochter Wendy vraagt de wens aan bij de SAW en natuurlijk is Vaarwens dan de aangewezen partij om er samen voor Mieke een mooie dag van te maken.
In Lelystad stapt dagschipper Marjolein al vroeg in de auto en ook Lyda uit Baarn maakt zich klaar voor de Vaarwens. Beiden arriveren tijdig op de MS Vaarwens en samen maken ze het schip klaar voor brancardbezoek van de SAW die Mieke uit Zoetermeer moeten halen.
Een prachtige impressie van schipper Marjolein:
Dat het lot het leven niet altijd gunstig gezind is, ondervindt Mieke aan den lijve. Ruim twee maanden geleden leek er nog niets aan de hand. Ze voelde zich prima en genoot van haar twee dochters en drie kleinkinderen. Dan slaat het noodlot toe en blijkt ze uitgezaaide longkanker te hebben. Niet meer te behandelen. Daarnaast raakt ze besmet met een legionella bacterie, waarschijnlijk opgelopen in een tuincentrum toen ze met kerst inkopen ging doen. Ziekenhuisopnamen volgen, talloze onderzoeken, onbegrijpelijke miscommunicatie in het ziekenhuis, moeizame 24-Uurs zorg thuis: ze is er moe van. In twee maanden tijd heeft ze veel ellende meegemaakt. Nu ligt ze in het hospice en heeft ze betrekkelijke rust. Daar hoort ze van Vaarwens en wil ze nog een keer varen.
Om 10.15 uur komt de ambulance met Mieke, dochters Wendy en Natascha en SAW vrijwilligers Jolanda en Huig aan bij de Vaarwens. Er is koffie en soezen en om 11 uur steken we van wal. Het belooft een zonnige dag te worden, maar tot nog toe laat het zonnetje zich nog niet zien. Er staat een koude noordenwind, maar aan boord is het lekker warm. Ook de gaskachel in de kuiptent op het achterdek snort lekker. Mieke maakt het niet uit waar we heen varen en we besluiten het Markermeer op te gaan, wellicht naar Pampus.
We varen langs de vele appartementen en langs het Centraal Station langzaam richting Oranjesluis. Mieke wil het varen van dichtbij meemaken en we zetten de brancard bij de stuurstand op het liftplatform, zodat ze kan meekijken met de stuurman en ook goed zicht heeft op waar we langs varen. Ze heeft erg veel pijn aan haar schouder en arm en kan bijna niet liggen. Haar dochters proberen haar zo comfortabel mogelijk neer te leggen met kussentjes, dekens en nekrollen, maar het wil niet lukken. Na een paar stevige pijnstillers zakt de pijn uiteindelijk en kan ze gaan genieten. Ze trekt weer bij.
Als we bij de Oranjesluizen zijn, laat de zon zich nog steeds niet zien. Er staat een stevige bries, iets harder dan voorspeld en omdat we al wat aan de late kant zijn, gaan we een stukje het Markermeer op en weer terug richting Durgerdam. Pampus zien we vanuit de verte…
De meldsteiger bij Durgerdam is bezet, de havenmeester heeft helaas geen plekje voor ons voor de lunch. We besluiten vanaf de vuurtoren het IJ heel langzaam te gaan varen en al varend de - door Lyda en Jolanda klaargezette - lunch te nuttigen. Die smaakt goed en opeens is iedereen is stil. Ook Mieke laat zich de broodjes goed smaken.
We varen door de smalle vaargeul naar de haven en zien aan stuurboord een half gezonken catamaran, nog maar een drijver steekt boven water, de ander is gezonken. Mieke baalt dat ze hem vanuit haar positie niet kan zien, maar ik beloof haar dat als we de haven weer uitvaren de catamaran aan haar kant te zien is. We maken een rondje door de haven, aanschouwen de mooie, kleine huisjes en bewonderen het kerkje. Alle boten in de haven zijn nog in een rustige winterslaap.
We varen de haven weer uit, zien nu de gezonken catamaran aan bakboord en ondertussen laat de zon zich in alle glorie zien. De lunch is bijna verorberd en als we de boel weer hebben opgeruimd, zijn we bij de Oranjesluis aangekomen. We moeten naast een binnenvaartschip de Noordersluis in schuiven, er blijft weinig ruimte aan beide kanten over. Het schutten gaat verder vlot.
Wendy en Natascha willen wel even proberen te varen. Tussen de rode betonning en de wal varen we als dronkenmannen tot zijkanaal K, maar dan heeft Natascha de slag te pakken en vaart ze de boot keurig rechtuit. Bij de woonboten geeft ze het echter over aan de schipper. “De boten zien er te luxe uit om een deuk in te varen!” zegt ze.
We vergapen ons aan de vele woonboten en bewonderen het mooie plaatsje Nieuwendam aan het einde van het vaarwater. Dan wordt het langzaam tijd om weer richting Marina te gaan. Mieke is moe, ze gaat lekker achterover liggen en laat het zich aanleunen. De wangetjes worden steeds roder. Maar ze wil niet in slaap vallen, ze wil alles meemaken. Ze begint te vertellen dat het leven drie maanden geleden zo anders was, zo zorgeloos. Net met pensioen, genieten van haar dieren thuis, van de kinderen en kleinkinderen. Op haar 42ste was ze al oma en daar is ze nu dankbaar voor. Ze heeft haar kleinkinderen zien opgroeien en is heel close met ze. Vanochtend stonden ze haar ook uit te zwaaien toen ze vertrok voor deze dag. En dan is het oneerlijk dat het leven je zo in de steek laat en alles zo snel gaat. En dat is het.
Om 15.15 uur liggen we weer vast in de Marina en nemen we afscheid. Mieke heeft genoten, ze is kapot, maar had deze dag niet willen missen. Geflankeerd door mooie zonnestralen rijdt de ambulance weer weg van de haven, richting thuishaven.
Vaarwel Mieke
Auteur Vaarwens / Marjolein
Met dank aan:
Dagschipper Marjolein en boots Lyda voor hun inzet
Stichting Ambulance Wens Nederland voor het vervoer en de verpleging
Amsterdam Marina / Jachthaven Groep voor het beschikbaar stellen van de ligplaats
Bedrijven Kraanspoor voor de parkeergelegenheid gasten
Brandweerkazerne IJsbrand voor de parkeergelegenheid vrijwilligers
Hema Amsterdam voor de deels sponsoring van de lunch
Oranjesluizen voor de vlotte schuttingen
Onze vaargaste is Mieke (geb. 1954) die samen met twee naasten de vaardag komt beleven. Gezien de korte levensverwachting van Mieke is sprake van een spoedwens, maar ze wil toch nog graag een boottocht maken voordat… Dochter Wendy vraagt de wens aan bij de SAW en natuurlijk is Vaarwens dan de aangewezen partij om er samen voor Mieke een mooie dag van te maken.
In Lelystad stapt dagschipper Marjolein al vroeg in de auto en ook Lyda uit Baarn maakt zich klaar voor de Vaarwens. Beiden arriveren tijdig op de MS Vaarwens en samen maken ze het schip klaar voor brancardbezoek van de SAW die Mieke uit Zoetermeer moeten halen.
Een prachtige impressie van schipper Marjolein:
Dat het lot het leven niet altijd gunstig gezind is, ondervindt Mieke aan den lijve. Ruim twee maanden geleden leek er nog niets aan de hand. Ze voelde zich prima en genoot van haar twee dochters en drie kleinkinderen. Dan slaat het noodlot toe en blijkt ze uitgezaaide longkanker te hebben. Niet meer te behandelen. Daarnaast raakt ze besmet met een legionella bacterie, waarschijnlijk opgelopen in een tuincentrum toen ze met kerst inkopen ging doen. Ziekenhuisopnamen volgen, talloze onderzoeken, onbegrijpelijke miscommunicatie in het ziekenhuis, moeizame 24-Uurs zorg thuis: ze is er moe van. In twee maanden tijd heeft ze veel ellende meegemaakt. Nu ligt ze in het hospice en heeft ze betrekkelijke rust. Daar hoort ze van Vaarwens en wil ze nog een keer varen.
Om 10.15 uur komt de ambulance met Mieke, dochters Wendy en Natascha en SAW vrijwilligers Jolanda en Huig aan bij de Vaarwens. Er is koffie en soezen en om 11 uur steken we van wal. Het belooft een zonnige dag te worden, maar tot nog toe laat het zonnetje zich nog niet zien. Er staat een koude noordenwind, maar aan boord is het lekker warm. Ook de gaskachel in de kuiptent op het achterdek snort lekker. Mieke maakt het niet uit waar we heen varen en we besluiten het Markermeer op te gaan, wellicht naar Pampus.
We varen langs de vele appartementen en langs het Centraal Station langzaam richting Oranjesluis. Mieke wil het varen van dichtbij meemaken en we zetten de brancard bij de stuurstand op het liftplatform, zodat ze kan meekijken met de stuurman en ook goed zicht heeft op waar we langs varen. Ze heeft erg veel pijn aan haar schouder en arm en kan bijna niet liggen. Haar dochters proberen haar zo comfortabel mogelijk neer te leggen met kussentjes, dekens en nekrollen, maar het wil niet lukken. Na een paar stevige pijnstillers zakt de pijn uiteindelijk en kan ze gaan genieten. Ze trekt weer bij.
Als we bij de Oranjesluizen zijn, laat de zon zich nog steeds niet zien. Er staat een stevige bries, iets harder dan voorspeld en omdat we al wat aan de late kant zijn, gaan we een stukje het Markermeer op en weer terug richting Durgerdam. Pampus zien we vanuit de verte…
De meldsteiger bij Durgerdam is bezet, de havenmeester heeft helaas geen plekje voor ons voor de lunch. We besluiten vanaf de vuurtoren het IJ heel langzaam te gaan varen en al varend de - door Lyda en Jolanda klaargezette - lunch te nuttigen. Die smaakt goed en opeens is iedereen is stil. Ook Mieke laat zich de broodjes goed smaken.
We varen door de smalle vaargeul naar de haven en zien aan stuurboord een half gezonken catamaran, nog maar een drijver steekt boven water, de ander is gezonken. Mieke baalt dat ze hem vanuit haar positie niet kan zien, maar ik beloof haar dat als we de haven weer uitvaren de catamaran aan haar kant te zien is. We maken een rondje door de haven, aanschouwen de mooie, kleine huisjes en bewonderen het kerkje. Alle boten in de haven zijn nog in een rustige winterslaap.
We varen de haven weer uit, zien nu de gezonken catamaran aan bakboord en ondertussen laat de zon zich in alle glorie zien. De lunch is bijna verorberd en als we de boel weer hebben opgeruimd, zijn we bij de Oranjesluis aangekomen. We moeten naast een binnenvaartschip de Noordersluis in schuiven, er blijft weinig ruimte aan beide kanten over. Het schutten gaat verder vlot.
Wendy en Natascha willen wel even proberen te varen. Tussen de rode betonning en de wal varen we als dronkenmannen tot zijkanaal K, maar dan heeft Natascha de slag te pakken en vaart ze de boot keurig rechtuit. Bij de woonboten geeft ze het echter over aan de schipper. “De boten zien er te luxe uit om een deuk in te varen!” zegt ze.
We vergapen ons aan de vele woonboten en bewonderen het mooie plaatsje Nieuwendam aan het einde van het vaarwater. Dan wordt het langzaam tijd om weer richting Marina te gaan. Mieke is moe, ze gaat lekker achterover liggen en laat het zich aanleunen. De wangetjes worden steeds roder. Maar ze wil niet in slaap vallen, ze wil alles meemaken. Ze begint te vertellen dat het leven drie maanden geleden zo anders was, zo zorgeloos. Net met pensioen, genieten van haar dieren thuis, van de kinderen en kleinkinderen. Op haar 42ste was ze al oma en daar is ze nu dankbaar voor. Ze heeft haar kleinkinderen zien opgroeien en is heel close met ze. Vanochtend stonden ze haar ook uit te zwaaien toen ze vertrok voor deze dag. En dan is het oneerlijk dat het leven je zo in de steek laat en alles zo snel gaat. En dat is het.
Om 15.15 uur liggen we weer vast in de Marina en nemen we afscheid. Mieke heeft genoten, ze is kapot, maar had deze dag niet willen missen. Geflankeerd door mooie zonnestralen rijdt de ambulance weer weg van de haven, richting thuishaven.
Auteur Vaarwens / Marjolein
Met dank aan:
Dagschipper Marjolein en boots Lyda voor hun inzet
Stichting Ambulance Wens Nederland voor het vervoer en de verpleging
Amsterdam Marina / Jachthaven Groep voor het beschikbaar stellen van de ligplaats
Bedrijven Kraanspoor voor de parkeergelegenheid gasten
Brandweerkazerne IJsbrand voor de parkeergelegenheid vrijwilligers
Hema Amsterdam voor de deels sponsoring van de lunch
Oranjesluizen voor de vlotte schuttingen